De loslater en de regisseur

17/09/2015

De laatste jaren verliest het beleid steeds meer greep op de samenleving. Grote projecten als Oosterweel lopen in het slop en fundamentele hervormingen in de fiscaliteit, justitie en onderwijs raken niet van de grond. Ook de internationale instellingen lijden aan gebrek aan bestuurskracht, of het nu gaat om mensensmokkel of economische crisis.

Verschenen in Terzake Magazine, tijschrift van De Wakkere Burger vzw, nr 2 2015

De laatste jaren verliest het beleid steeds meer greep op de samenleving. Grote projecten als Oosterweel lopen in het slop en fundamentele hervormingen in de fiscaliteit, justitie en onderwijs raken niet van de grond. Ook de internationale instellingen lijden aan gebrek aan bestuurskracht, of het nu gaat om mensensmokkel of economische crisis.

In Nederland zien sociologen frustratie ontstaan bij de bevolking, als reactie daarop. Ido de Haan schrijft: “Het volstaat (…) niet langer om de bestaande instellingen van de parlementaire democratie representatiever te maken, of om directe vormen van democratie in te voeren (…). Als parlementen en regeringen, op nationaal of op Europees niveau, vervolgens niet in staat zijn financiële markten, internationale agentschappen, multinationals en andere verschijningsvormen van het hedendaagse kapitalisme aan banden te leggen, dan is grotere mondigheid slechts een bron van toenemende frustratie.”

Gelukkig zien wij in Brussel niet alleen moedeloosheid. Veel bewonerscollectieven springen in het gat dat ontstaat door die afnemende bestuurskracht. Liever dan te eisen dat anderen iets organiseren, beginnen ze er zelf aan. 'Can do' is het motto. Als de overheid geen park inricht aan de Ninoofse Poort, neemt de buurt het heft in handen. Goed zo want het gebrek aan groen in de buurt legt een hypotheek op het welzijn van de buurtbewoners. Als de Brusselse schepen van mobiliteit nalaat om de bezettingsgraad van de parkings te berekenen alvorens ze nieuwe parkeergarages plant, slaan mensen prompt zelf aan het tellen. Gelukkig want zo tonen ze dat er geen enkele behoefte bestaat aan nieuwe parkings en garanderen ze goed bestuur, van onderuit. En als het beleid leegstand ongemoeid laat en geen sociale woningen aanbiedt, slaan mensen aan het kraken. Als signaal naar de politiek maar ook om een dak boven het hoofd te hebben. Daarbij gedragen ze zich niet als plunderaars maar als verantwoordelijke rentmeesters en – in één adem door – als buurtvernieuwers. Woningen123Logements biedt een fietsenatelier aan, een sociale kruidenier, een 'table d'hôte' en een ontmoetingscentrum. Allemaal met vrijwilligers.

loslaten

Hoe moeten politici omgaan met dit nieuwe fenomeen? Niet door krampachtig het primaat van de politiek uit te bazuinen. Zeker niet door deze initiatieven de nek om te wringen. Dus niet door kraken strafbaar te maken, zoals de minister van plan is. Als onze bestuurders eerlijk zijn, moeten ook zij toegeven dat veel maatschappelijke problemen vandaag geen oplossing krijgen. De overheid kan het niet bemeesteren en wat vanuit de markt komt, is vaak niet in het algemeen belang. Ruimte creëren voor initiatieven van onderuit, is de boodschap. En nieuwe wegen zoeken, nieuwe recepten uitproberen.

Dat vraagt om een nieuwe kijk op bestuur. De overheid moet niet langer de monopolist zijn van alles wat gebeurt op het politieke schouwspel maar kan plaats laten voor anderen. Dat wil niet zeggen dat ze de politieke fora gewoon verlaat; wel dat ze op gepaste momenten een nieuwe rol opneemt: die van facilitator of van regisseur.

De roep om een dergelijker hervorming is niet nieuw; het Witboek Stedenbeleid riep al in 2003 tot nieuwe coalities.  „Plan het niet plannen. 'Laat dingen gebeuren' is de simpele basisboodschap.“  „Het stadsbestuur dat ons voor ogen staat (…) is minder uitvoerend (…) Maar er zullen andere, nieuwe taken bijkomen: organisatie van het stadsdebat en van de participatieve democratie, ondersteunen van burgerinitatief, regisserende opdrachten... “[1] Helaas zijn we niet ver opgeschoten in die richting. In 2015 is het nog altijd nodig dat het Observatorium Armoede uitlegt: “Het gaat er dus zeker niet om de verantwoordelijkheid voor de strijd tegen armoede en sociale ongelijkheid over te laten aan de burgers zelf. (…) De collectieve initiatieven van onderuit kunnen complementair zijn aan institutionele sociale hulp op voorwaarde dat er beleidsmatige ondersteuning voor is en dat ze gepaard gaan met een verandering in de logica en werkwijzen van de sociale activeringsstaat. Om deze veranderingen te realiseren, is er nood aan publieke en politieke ruimte waarin nieuwe initiatieven kunnen ontstaan.”

Een vrij geslaagd voorbeeld van zo'n 'ruimte' voor initiatieven mét ondersteuning door de overheid vinden we in Brussel bij Parc Design, een projectoproep tot kleinschalige ingrepen op het braakliggende terrein van Thurn & Taxis. Leefmilieu Brussel, de milieuadministratie van het Brussels Gewest, heeft hier gedanst op de slappe koord tussen loslaten en begeleiden. Ruth Plaisir van het geroemde project 'ParcFarm' benadrukt dat het echt niet zo makkelijk is om in de publieke ruimte dingen te doen die verschillende, heel uiteenlopende bevolkingsgroepen aangaan. Dat vraagt om een moderator, een maatschappelijk assistent. En om een instantie die spelregels vastlegt over het gebruik van de ruimte. Leefmilieu Brussel beseft dat en doet pogingen in die richting, zegt ze.

Natuurlijk, een projectoproep behoort nog tot de klassieke instrumenten van het beleid. Hierbij is het nog steeds de overheid die het probleem selecteert, een kader bepaalt en de acties uitkiest. Maar om te beginnen moet je geen politieker of ambtenaar zijn om te merken dat bepaalde dingen in de maatschappij beter kunnen. Toen het team van Cultureghem en de asielzoekers van CollectActif  merkten hoeveel groenten de marktkramers aan de Slachthuizen weggooiden op het eind van de week, hebben ze gelukkig niet gewacht tot de overheid het gepaste kader creëerde om daar iets aan te doen. Ze halen zelf een ton groenten per week op voor kansarmen. Ze zouden meer kunnen ophalen maar welke overheid is flexibel en ruim denkend genoeg om zo'n initiatief te steunen?

het park van Le Soir

Een heel ander geval is het parkje achter het Berlaimontgebouw. Ooit opgestart door bewoners als Parc Anonyme, dan Maalbeekpark gedoopt en nu beheerd door … de krant Le Soir, in conventie met de Stad Brussel. Onder de naam 'le fabuleux jardin du Soir' toont de krant hier maatschappelijk engagement, voor de buurt én voor het leefmilieu in het algemeen. Samen met het buurtcomité en een hele reeks gespecialiseerde verenigingen bouwt ze de plek uit tot een heus hoofdkwartier voor natuur- en milieueducatie. De vzw GoodPlanet plant een bijenhotel en andere ingrepen, bekostigd met crowdfunding. En het buurtcomité stampt een lokale biomarkt uit de grond die in het park moet plaatsvinden en werk moet bieden aan mensen uit de buurt. Op deze 6000 m² kristalliseert beetje bij beetje het redactionele werk van Le Soir.[2]

Ook dit is een fraai staaltje van evenwichtsoefening van de overheid. Iets tussen richting geven en loslaten. De Stad volgt alle initiatieven op de plek van dichtbij via een begeleidingscomissie. Daarnaast was de participatie van het buurtcomité essentieel voor hen, om een oogje in het zeil te houden. En de conventie garandeert expliciet dat het niet uidraait op privatisering van de publieke ruimte, dixit het kabinet van de bevoegde schepen. En als H&M of Inbev morgen een park tot hun territorium willen uitroepen? Kan dat ook? Volgens het buurtcomité hangt dat allemaal af van het project dat zo'n bedrijf zou voorstellen. En van hun bereidheid om samen te werken met de buurt. „Hoe dan ook“, zegt Alain Dewez van het buurtcomité, „zonder Le Soir was dit alles niet mogelijk geweest.“ Hij wijst er op dat het comité niet genoeg mankracht heeft om zoveel werk te verzetten. Dat toont wel aan dat toegang tot „het maken van de stad“ niet gelijk verdeeld is.

Een andere vraag gaat natuurlijk over crowdfunding als financieringsvorm voor heraanleg. Zet dit de deur niet open voor Britse of Amerikaanse toestanden? Waar burgers meer en meer opgeroepen worden om hun eigen groene ruimte te financieren? Volgens de Britse Local Governement Association dreigt een „cut“ van 66% in uitgaven zoals parkbeheer of bibliotheken tegen 2020.[3] Lokale Britse overheden zijn dan ook op zoek naar 'business models' om hun parken rendabel te maken en kijken naar bewoners en bedrijven.[4] De kabinetsmedewerker van Stad Brussel verzekert ons dat mecenaat niet het nieuwe financieringsmodel is voor de Brusselse parken. Voor dit jaar waren er geen publieke middelen beschikbaar en het ging hier het om een klein, specifiek, punctueel project dat een meerwaarde kon bieden aan het park. „En dan konden we toch moelijk neen zeggen.“

Piet Van Meerbeek
Bral vzw
Stadsbeweging voor Brussel

Zie ook Selfcity Brussels, een initiatief van BRAL 

Voetnoten:

[1] De eeuw van de stad, over stadsrepublieken en rastersteden, 2003.
[2] Cfr de website Demain la Terre van Le Soir, http://www.lesoir.be/103638/demain-terre/jardin-du-soir
[3] http://www.local.gov.uk/publications/-/journal_content/56/10180/3626323…
[4] Check bijvoorbeeld  http://www.nesta.org.uk/sites/default/files/rethinking_parks.pdf

Lees ook